De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het financieringsbeleid bij de gemeente Gouda zijn renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s.
De Wet Fido kent een tweetal wettelijke normen te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Deze hebben tot doel de renterisico’s van lagere overheden binnen de perken te houden en te beheersen. De kasgeldlimiet ziet hierbij toe op het beheersen van de kortlopende schuld (met een looptijd korter dan 1 jaar) en de renterisiconorm op het beheersen van de langlopende schuld (met een looptijd langer dan 1 jaar).
Om grote fluctuaties in de rentelasten van de gemeente te vermijden is de omvang van de korte financiering door de wet Fido begrenst op maximaal 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, met een minimum van € 0,3 miljoen. Het is hierbij niet toegestaan meer dan twee kwartalen achtereen de kasgeldlimiet te overschrijden.
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begrotingstotaal (primitief) | -328 | -328 | -328 | -328 | |||||||
In procenten van de grondslag | 8,50% | 8,50% | 8,50% | 8,50% | |||||||
Kasgeldlimiet | -28 | -28 | -28 | -28 | |||||||
Gemiddelde kortlopende schuld (-/- = schuld, + = tegoed) | -21,0 | -29,5 | -13,1 | -2,6 | |||||||
Vrije ruimte | -49 | -57 | -41 | -30 |
Bovenstaande tabel toont aan dat het limiet in het tweede kwartaal is overschreden als gevolg van een terugkerend patroon van uitgaven. In het derde en vierde kwartaal van 2023 is ruimschoots voldaan aan de kasgeldlimiet.
Om grote fluctuaties in de rentelasten bij lange financiering te vermijden is door de wet Fido bepaald dat een gemeente elk jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal mag aflossen, met een minimum van € 2,5 miljoen. Doel van de norm is dat gemeenten de renterisico’s over de jaren spreiden.
Omschrijving (bedragen * € 1.000.000) | Begroting 2023 | Realisatie 2023 | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begrotingstotaal (primitief) | -328 | -367 | |||||||||
In procenten van de grondslag | 20% | 20% | |||||||||
Renterisiconorm | -66 | -73 | |||||||||
Aflossing op vaste schuld | 17 | 17 | |||||||||
Ruimte (+) / overschrijding (-) | -82 | -90 |
Ten tijde van het opstellen van de paragraaf financiering bij de begroting 2023 was de definitieve primitieve begrotingsomvang 2023 nog niet bekend. Dit is de reden van de afwijking tussen begroting en realisatie.
De gemeenteraad heeft als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat alleen leningen of borgstellingen uit hoofde van de publieke taak worden verstrekt. Andere uitzettingen zijn op grond van de Wet Fido niet toegestaan. Eventuele overtollige financiering mag uitsluitend nog worden belegd bij banken die voldoen aan de juiste kredietwaardigheid, de Rijksoverheid of medeoverheden.
Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartij bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen, beleggingen) of uit verleende garanties.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de aard van de uitzettingen per 31 december 2023.
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | Begroting 2023 | Realisatie 2023 | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Publieke taak |
|
| |||||||||
Leningen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen | 43 | 84 | |||||||||
Leningen aan woningbouwcorporaties | 0 | 0 | |||||||||
|
|
| |||||||||
Prudent beheer |
|
| |||||||||
Financiele instellingen (rating A en hoger) | 2.353 | 2.437 | |||||||||
Overige (semi-)overheidsinstellingen | 0 | 0 | |||||||||
Overige toegestane instellingen | 0 | 250 | |||||||||
Overige niet toegestane instellingen | 0 |
| |||||||||
|
|
| |||||||||
Totaal | 2.396 | 2.771 |
De uitzettingen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen betreffen verstrekte geldleningen aan het Dierentehuis Midden Holland en de Smartphones aan het gemeentelijk personeel.
De uitzettingen bij financiële instellingen met een rating van A+ of hoger betreffen de deelname in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en het Nationaal Restauratiefonds.
Onder overige toegestane instellingen zijn de kortlopende leningen aan het Kenniscentrum Bodemdaling en Fundering en aan Jeugdbescherming West verantwoord. Bij de totstandkoming van de begroting 2023 was nog niet bekend dat deze leningen in 2022 verstrekt zouden gaan worden.
Het risicobeslag van verstrekte borgstellingen is opgenomen in paragraaf 6.7 onder “Niet uit de balans blijkende langlopende financiële verplichtingen”. Het kredietrisico op deze borgstellingen wordt meegenomen in de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit.
Liquiditeitsrisico is het risico dat er onvoldoende middelen zijn om aan directe betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
In 2023 was de toegang tot de geld- en kapitaalmarkt het gehele jaar gewaarborgd. Hierdoor waren er voldoende geldmiddelen beschikbaar om aan directe verplichtingen te kunnen voldoen.