Weerstandscapaciteit is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s. De weerstandscapaciteit wordt doorgaans uitgedrukt in een weerstandsratio.
Weerstandsratio = beschikbaar weerstandsvermogen : benodigd weerstandsvermogen
Het beschikbaar weerstandsvermogen bestaat uit de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële risico’s (niet begrote kosten of tegenvallende opbrengsten) op te vangen. Dit is de som van de algemene reserve, de reserve sociaal domein en het saldo van mutaties in de exploitatiesfeer, voor zover dit saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve of de reserve sociaal domein.
In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het beschikbare weerstandsvermogen in 2022 en 2023 weergegeven. Aangezien de bestemming van het rekeningresultaat voorbehouden is aan de gemeenteraad, kan het beschikbare weerstandsvermogen wijzigen als gevolg van besluitvorming in de gemeenteraad.
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | 2023 | 2022 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Algemene reserve (31/12) | 31.604 | 39.565 | |||||||
Subtotaal voor resultaatbestemming | 31.604 | 39.565 | |||||||
Resultaatbestemming AR | 6.390 | 19.242 | |||||||
Beschikbaar weerstandsvermogen (31/12) | 37.994 | 58.807 |
De startpositie per 1 januari 2023 correspondeert met de jaarstukken 2022, na verwerking van de besluitvorming ten aanzien van het rekeningresultaat 2022. Voor 2023 is al rekening gehouden met de voorgestelde besluitvorming ten aanzien van de resultaatbestemmingen. Dit besluit pas genomen wordt bij de vaststelling van het rekeningresultaat en kan wijzigingen indien de raad anders besluit. Dit leidt tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 6.390 ultimo 2023.
Het benodigd weerstandsvermogen is een optelsom van alle risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het berekenen van het benodigd weerstandsvermogen maakt de gemeente Gouda een onderscheid tussen risico’s verbonden aan grondexploitaties en overige risico’s. De risico’s verbonden aan grondexploitaties worden gekwantificeerd met behulp van de IFLO-methode. Daarbij wordt een risico-opslag van 10% gehanteerd met betrekking tot de toekomstige opbrengsten en de toekomstige kosten. De overige risico’s (going concern) worden gekwantificeerd met behulp van een Monte Carlo simulatie.
In onderstaand tabel worden de top 10 risico’s met de grootste financiële impact toegelicht. Het totaaloverzicht is te vinden in de bijlage.
Naam | Omschrijving | Risico-gebied | Kansper-centage | Maximaal (*€1.000) | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Top 10 risico´s |
|
|
|
| |||
Haastrechtse brug | De Haastrechtsebrug is een beweegbare brug (type basculebrug) en vormt de verbinding tussen Gouda en de Krimpenerwaard. De brug is gebouwd omstreeks 1954 en kan door het treffen van levensduur verlengend onderhoud nog tot minimaal 2054 goed functioneren. Omdat er diverse problemen zijn moet de brug gerenoveerd worden. | Beheer Openbare Ruimte | 40% | € 12.000 | |||
Open einde regeling Jeugd | De Wet Jeugdzorg is een open-einde regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is. De toegang tot jeugdhulp is belegd binnen de gemeente (afdeling OSA). Daarnaast hebben externe verwijzers wettelijke bevoegdheid. Er wordt met lokale en regionale partners samengewerkt, waarbij gemeente Gouda toegang tot maatwerkvoorzieningen levert en optreedt op als financier. De maatwerkvoorzieningen worden regionaal gecontracteerd in de regio Midden-Holland. Daar is ook het contractmanagement belegd. In verband met de nieuwe inkoop Jeugdzorg en Wmo per 2025 is er ook een risico op hogere kosten door een stijging van de tarieven. | Jeugdzorg | 70% | € 3.500 | |||
Inflatie | Door de onvoorspelbare inflatie kunnen de prijzen voor afgenomen diensten en producten hoger uitpakken dan verwacht, en meer dan de uitkering uit het Gemeentefonds meestijgt door de loon-prijsindexatie. | Financiën | 70% | € 2.500 | |||
Toename beroep op borgstellingen en garanties | Gemeenten staan borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van organisaties zoals culturele instellingen, voetbalclubs, bibliotheek, etc. Als een partij niet kan voldoen aan de verplichting jegens de bank dan zal de bank de gemeente aanspreken de betalingsverplichting over te nemen of de schuld over te nemen bij een faillissement (afhankelijk van de gevestigde zekerheden). Borgstellingen met het hoogste risicoprofiel zijn de Schouwburg en de Cheese Experience. | Treasury | 20% | € 7.000 | |||
Lagere uitkeringen vanuit het Rijk | Rijk en VNG zijn in 2022 overeengekomen om het volumedeel van het accres in het gemeentefonds voor 2022-2025 vast te zetten. Dit betekent dat de accresstanden voor de jaren 2022 tot en met 2025 voor gemeenten slechts nog zullen wijzigen als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen. Hiermee wordt een eerste belangrijke stap gezet richting een meer stabiele financiering voor gemeenten. Het biedt hen voor de komende jaren zekerheid over hun inkomsten en beschikbare vrije ruimte, ook wanneer de uitgaven van het Rijk achterblijven bij de ramingen. | Financiën | 50% | € 2.500 | |||
Open einde regeling Participatiewet (Pw-budget) | De gemeente ontvangt een BUIG uitkering voor het betalen van bijstandsuitkeringen/uitkeringen Levensonderhoud en voor Loonkostensubsidies. Het betreft een open einde regeling. Het deelbudget voor de uitkeringen wordt toegekend op basis van het zgn. objectieve verdeelmodel (en op basis van de aantallen dak- en thuislozen en instellingsbewoners in voorgaand jaar). Drie momenten van vaststelling budget door het Rijk: voorlopige budget (september jaar t-1), nader voorlopig budget (mei in lopende jaar) en definitief budget (september in lopende jaar). Afhankelijk van de ontwikkeling van de bijstandsvraag en het definitieve budget bestaat een financieel risico. | Werk en inkomen | 70% | € 1.500 | |||
Integraal Huisvestingsplan (IHP) | De gemeente heeft de wettelijke taak scholen van adequate huisvesting te voorzien. Een deel van de schoolgebouwen is aan het eind van hun levensduur en voldoet zowel functioneel als technisch niet meer aan de eisen van deze tijd. In 2020 is door de Raad het Uitvoeringsplan Onderwijshuisvesting 2020 - 2024 IHP 1e tranche vastgesteld. Dit is momenteel in uitvoering. In 2024 zijn de nieuwe kaders voor de 2e tranche vastgesteld, in de loop van dit jaar staat ook het Uitvoeringsplan Onderwijshuisvesting IHP 2e tranche gepland. | Onderwijs | 40% | € 2.000 | |||
Stijgende Materiaalkosten en krapte op de markt | Risico dat prijzen omhoog gaan voor aanbestedingen of obv. UAV 47 afspraken na aanbesteding (ivm. onvoorspelbaar hoge prijsstijgingen). Veel materialen worden schaarser (en duurder) en veel aanbieders zitten vaak vol. Hier speelt ook de onzekerheid van de situatie in Oekraine en de stijgende energieprijzen. Prijzen gaan dan omhoog voor lopende en nieuwe beheeraanbestedingen en projectaanbestedingen. Het GOVO is aangenomen met daarin een inflatiecorrectie. Hierdoor is de kans dat het risico optreedt afgenomen. | Beheer Openbare Ruimte | 40% | € 1.500 | |||
Verbonden Partijen | Verbonden partijen zijn gemeentelijke samenwerkingsverbanden of deelnemingen die gevormd zijn om bepaalde taken bijvoorbeeld efficiënter uit te voeren. De gemeente Gouda heeft in de rechtspersonen bestuurlijke invloed en/of financiële belangen. De gemeentelijke bijdrage van Gouda aan de publiekrechterlijke verbonden partijen bedroeg in 2023 € 26,4 miljoen. | Verbonden partij/subsidie | 50% | € 1.000 | |||
Rampen en crises | Dit risico is de verzameling van alle veiligheidsrisico´s: overstromingen, ordeverstoringen, treinongevallen, terrorisme. Hieronder worden per categorie de belangrijkste risicoś genoemd. | Openbare Orde en Veiligheid | 15% | € 3.000 |
De toekomstige kasstromen bij grondexploitaties leveren per definitie risico’s op. Opbrengsten kunnen tegenvallen, terwijl ook de kosten hoger kunnen uitvallen. Deze risico’s kunnen worden gekwantificeerd, waarbij ervan uit wordt gegaan dat er een kans bestaat dat opbrengsten en kosten met 10% tegenvallen. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties komt dan uit op € 7.125.203.
Voor de going concern risico wordt een Monte Carlo simulatie uitgevoerd. De resultaten kunnen als volgt worden weergegeven:
De simulatie die is uitgevoerd met betrekking tot de overige procesrisico’s (going concern) levert een benodigd weerstandsvermogen op van € 11.137.292. Daarbij wordt het gebruikelijke zekerheidspercentage van 90% gehanteerd.
Het benodigd weerstandsvermogen voor 2023 en verder bedraagt dan bij het opmaken van deze jaarrekening € 18.262.495.
Door het beschikbaar weerstandsvermogen te delen door het benodigd weerstandsvermogen wordt de ratio weerstandsvermogen van de gemeente verkregen. Deze weerstandsratio fungeert als indicator voor de weerstandscapaciteiten kan voor Gouda ultimo 2023 als volgt worden berekend: 37.994 / 18.262 = 2,1 en kwalificeert dan ook als uitstekend.
De weerstandsratio kan als volgt van een kwalificatie worden voorzien:
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | 2023 | 2022 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Beschikbaar weerstandsvermogen | 37.994 | 61.207 | |||||
Benodigd weerstandsvermogen | 18.262 | 20.538 | |||||
Weerstandsratio | 2,1 | 3,0 |
Waardering | Ratio | Betekenis | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | >2,0 | Uitstekend | |||||
B | 1,4-2,0 | Ruim voldoende | |||||
C | 1,0-1,4 | Voldoende | |||||
D | 0,8-1,0 | Matig | |||||
E | 0,6-0,8 | Onvoldoende | |||||
F | <0,6 | Ruim onvoldoende |
Het beschikbaar weerstandsvermogen moet minimaal gelijk zijn aan het benodigd weerstandsvermogen om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich daadwerkelijk voordoen.