Bijlage risico's

Risico categorie

Sub aanduiding

Toelichting

Grondexploitaties

Bouwplannen en projecten

Westergouwe

In september 2018 heeft de raad fase 3 toegevoegd aan fase 1 en 2 van de grondexploitatie Westergouwe. Fase 1 is zo goed als gereed en bevat nagenoeg geen risico’s meer. Ook de risico’s bij fase 2 nemen steeds verder af omdat er stap voor stap meer zekerheid komt over kosten en opbrengsten. Fase 2 is in aanbouw en voor het merendeel van de te realiseren opbrengsten zijn contracten gesloten of zijn de opbrengsten al gerealiseerd. Voor fase 3 fase drie bestaat meer onzekerheid over kosten en opbrengsten. Het stedenbouwkundig plan is nagenoeg gereed, de voorbereidingen voor de gronduitgifte worden getroffen en de gronden worden op dit moment voorzien van de benodigde voorbelasting.

Spoorzone

Het risico is beperkt. De kavel tussen de Rabobank en de Bioscoop is grotendeels bouwrijp en moet nog worden verkocht. Een Goudse woningcorporatie is voornemens het bouwkavel aan te kopen voor het realiseren van sociale huurwoningen. De wijziging van het bestemmingsplan is in voorbereiding.

Materiele Vaste Activa

Gouda bezit een voorraad potentiele bouwgronden langs de spoorzone en rondom Westergouwe fase 1 die in de toekomst geschikt zijn voor bebouwing. Deze gronden worden
gefaseerd in exploitatie genomen. De omvang van de ontwikkellocatie en daadwerkelijke bestemming volgt de actuele marktvraag. De percelen langs de spoorzone hebben een kantoorbestemming.
De vraag naar nieuwbouwwoningen is momenteel groot. De VON prijzen van woningen stijgen – helaas stijgen ook de bouwkosten. Dit kan in combinatie met de beperkte bouwcapaciteit de grondwaardes onder druk zetten. De waarde van toekomstige bouwgronden hangt samen met het gekozen bouwprogramma. Ambities en aanvullende eisen bepalen de daadwerkelijke grondprijs.
Dergelijke eisen zijn grotendeels gemeentelijke keuzes. Marktrisico’s zijn moeilijker te beïnvloeden – wel kan door de gekozen fasering en kleinschalige deelgebieden snel worden ingespeeld op veranderingen in de vraag.

Naam

Omschrijving

Risico-gebied

Kansper-centage

Maximaal (*€1.000)

Top 10 risico´s

Haastrechtse brug

De Haastrechtsebrug is een beweegbare brug (type basculebrug) en vormt de verbinding tussen Gouda en de Krimpenerwaard. De brug is gebouwd omstreeks 1954 en kan door het treffen van levensduur verlengend onderhoud nog tot minimaal 2054 goed functioneren. Omdat er diverse problemen zijn moet de brug gerenoveerd worden.

Omwille van de zorgvuldigheid worden de eerder uitgevoerde onderzoeken geverifieerd en gevalideerd door een gespecialiseerd ingenieursbureau. Onder andere door het uitvoeren van bureauonderzoek, aanvullend gericht materiaalonderzoek en verificatieberekeningen. Het risico is dat dit kan leiden tot heroverweging van de renovatie waarbij de maatregelen worden opgewaardeerd naar volledige vervanging van de brug.

Beheer Openbare Ruimte

40%

€ 12.000

Open einde regeling Jeugd

De Wet Jeugdzorg is een open-einde regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is. De toegang tot jeugdhulp is belegd binnen de gemeente (afdeling OSA). Daarnaast hebben externe verwijzers wettelijke bevoegdheid. Er wordt met lokale en regionale partners samengewerkt, waarbij gemeente Gouda toegang tot maatwerkvoorzieningen levert en optreedt op als financier. De maatwerkvoorzieningen worden regionaal gecontracteerd in de regio Midden-Holland. Daar is ook het contractmanagement belegd. In verband met de nieuwe inkoop Jeugdzorg en Wmo per 2025 is er ook een risico op hogere kosten door een stijging van de tarieven.

Extra groei , bovenop de geraamde groei, van de jeugdzorguitgaven blijft een risico. Als de zorgvraag hoger ligt dan geraamd is de gemeente wettelijk verplicht deze te leveren.

Jeugdzorg

70%

€ 3.500

Inflatie

Door de onvoorspelbare inflatie kunnen de prijzen voor afgenomen diensten en producten hoger uitpakken dan verwacht, en meer dan de uitkering uit het Gemeentefonds meestijgt door de loon-prijsindexatie.

Financiën

70%

€ 2.500

Toename beroep op borgstellingen en garanties

Gemeenten staan borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van organisaties zoals culturele instellingen, voetbalclubs, bibliotheek, etc. Als een partij niet kan voldoen aan de verplichting jegens de bank dan zal de bank de gemeente aanspreken de betalingsverplichting over te nemen of de schuld over te nemen bij een faillissement (afhankelijk van de gevestigde zekerheden). Borgstellingen met het hoogste risicoprofiel zijn de Schouwburg en de Cheese Experience.

Treasury

20%

€ 7.000

Lagere uitkeringen vanuit het Rijk

Rijk en VNG zijn in 2022 overeengekomen om het volumedeel van het accres in het gemeentefonds voor 2022-2025 vast te zetten. Dit betekent dat de accresstanden voor de jaren 2022 tot en met 2025 voor gemeenten slechts nog zullen wijzigen als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen. Hiermee wordt een eerste belangrijke stap gezet richting een meer stabiele financiering voor gemeenten. Het biedt hen voor de komende jaren zekerheid over hun inkomsten en beschikbare vrije ruimte, ook wanneer de uitgaven van het Rijk achterblijven bij de ramingen.

Het kabinet heeft besloten om vanaf 2026 de trap-op-trap-af-systematiek te beëindigen en het accres van het gemeentefonds vast te stellen op € 840 miljoen boven op de stand uit de Miljoenennota 2022. De inkomsten uit het gemeentefonds zullen vanaf dat jaar aanzienlijk lager uitvallen, maar het risico op lagere rijksuitkeringen neemt daardoor af. Hiermee samenhangend is het van belang om op te merken dat Rijk, IPO en VNG in een gezamenlijk proces werken aan een nieuwe financieringssystematiek van de medeoverheden vanaf 2026. Ten tijde van het opstellen van de voorliggende jaarstukken ontbreekt een concreet beeld van de mogelijke financiële effecten voor de gemeente.

Financiën

50%

€ 2.500

Open einde regeling Participatiewet (Pw-budget)

De gemeente ontvangt een BUIG uitkering voor het betalen van bijstandsuitkeringen/uitkeringen Levensonderhoud en voor Loonkostensubsidies. Het betreft een open einde regeling. Het deelbudget voor de uitkeringen wordt toegekend op basis van het zgn. objectieve verdeelmodel (en op basis van de aantallen dak- en thuislozen en instellingsbewoners in voorgaand jaar). Drie momenten van vaststelling budget door het Rijk: voorlopige budget (september jaar t-1), nader voorlopig budget (mei in lopende jaar) en definitief budget (september in lopende jaar). Afhankelijk van de ontwikkeling van de bijstandsvraag en het definitieve budget bestaat een financieel risico.

Er is een vangnetuitkering die gemeenten financiële compensatie biedt voor grote(re) tekorten op het budget. Het begrip “grote(re) tekorten” wordt bezien in meerjarig perspectief: er moet een tekort zijn in het lopende jaar én een gecumuleerd tekort van meer dan 7,5% in het lopende jaar en de 2 voorgaande jaren. Gemeenten moeten een tekort tot 7,5% op hun budget voor de Participatiewet zelf opvangen (eigen risico) uit eigen middelen; van 7,5%-12,5% is het risico 50% en bij een hoger tekort dan 12,5% wordt 100% gecompenseerd door het Rijk.

Het deelbudget voor loonkostensubsidies wordt (sinds 2022) toegekend op basis van de realisaties in het voorgaande jaar. Financiele risico’s bij sterke schommelingen in de inzet van loonkostensubsidies. Ook dit is een open einde regeling, waarbij het macrobudget vooraf wordt vastgesteld/gemaximeerd

Werk en inkomen

70%

€ 1.500

Integraal Huisvestingsplan (IHP)

De gemeente heeft de wettelijke taak scholen van adequate huisvesting te voorzien. Een deel van de schoolgebouwen is aan het eind van hun levensduur en voldoet zowel functioneel als technisch niet meer aan de eisen van deze tijd. In 2020 is door de Raad het Uitvoeringsplan Onderwijshuisvesting 2020 - 2024 IHP 1e tranche vastgesteld. Dit is momenteel in uitvoering. In 2024 zijn de nieuwe kaders voor de 2e tranche vastgesteld, in de loop van dit jaar staat ook het Uitvoeringsplan Onderwijshuisvesting IHP 2e tranche gepland.

Het organiseren en bouwen van veel schoolgebouwen levert een aantal risico’s op. Belangrijkste zijn:
• Het risico dat de implementatie van het IHP-vertraging oploopt als gevolg van onvoorziene omstandigheden.
• Het risico van stijgende bouw-, materiaal-, arbeid- en advieskosten door onvoorziene omstandigheden, zoals de oorlog in Oekraïne en de Covid pandemie.

Afgelopen jaar heeft de raad daarom een extra bedrag van ruim €8.300.000 toegezegd, waardoor de risico’s op verdere overschrijding binnen het 1e uitvoeringsplan klein zijn geworden. Wel blijft het zaak om goed te monitoren en te blijven sturen op sober en doelmatige schoolgebouwen.

De daadwerkelijke realisatie van het Uitvoeringsplan 1e tranche blijft achter op de oorspronkelijke planning, met name door de tijd die in de voorbereiding is gaan zitten (inregelen van afspraken, processen en omgaan met prijsstijgingen). De verwachting is dat met de tijdige voorbereiding van Uitvoeringsplan 2e tranche (start najaar 2023) op basis van de ‘lessons learned’ van het Uitvoeringsplan 1e tranche, de uitvoering van de 2e tranche aansluitend plaatsvindt aan de 1e tranche waardoor het huidige realisatietempo doorgaat.

• Het risico ten aanzien van de 2e tranche is dat uitstel uiteindelijk zal leiden tot hogere kosten door stijgende prijzen en meer tussentijdse claims door achterstallig onderhoud.

Onderwijs

40%

€ 2.000

Stijgende Materiaalkosten en krapte op de markt

Risico dat prijzen omhoog gaan voor aanbestedingen of obv. UAV 47 afspraken na aanbesteding (ivm. onvoorspelbaar hoge prijsstijgingen). Veel materialen worden schaarser (en duurder) en veel aanbieders zitten vaak vol. Hier speelt ook de onzekerheid van de situatie in Oekraine en de stijgende energieprijzen. Prijzen gaan dan omhoog voor lopende en nieuwe beheeraanbestedingen en projectaanbestedingen. Het GOVO is aangenomen met daarin een inflatiecorrectie. Hierdoor is de kans dat het risico optreedt afgenomen.

Beheer Openbare Ruimte

40%

€ 1.500

Verbonden Partijen

Verbonden partijen zijn gemeentelijke samenwerkingsverbanden of deelnemingen die gevormd zijn om bepaalde taken bijvoorbeeld efficiënter uit te voeren. De gemeente Gouda heeft in de rechtspersonen bestuurlijke invloed en/of financiële belangen. De gemeentelijke bijdrage van Gouda aan de publiekrechterlijke verbonden partijen bedroeg in 2023 € 26,4 miljoen.

Bij samenwerkingsverbanden kunnen risico's ontstaan door: Uittredingen van deelnemers, het verminderen van bijdragen aan regelingen door de overheid, daling van reserves waardoor tekorten binnen de verbonden partij niet meer opgevangen kunnen worden. Andere markteisen. Daarnaast kennen we ook het risico dat de gemeentelijke indexering geen gelijke tred houdt met de CAO ontwikkelingen van gemeenschappelijke regelingen.
Het college van gedeputeerde staten van de provincie Zuid Holland heeft besloten om per 1 januari 2018 uit diverse recreatieschappen te treden, waaronder Groenalliantie. Het risico is dat de bijdrage van Gouda op termijn wordt verhoogd

Verbonden partij/subsidie

50%

€ 1.000

Rampen en crises

Dit risico is de verzameling van alle veiligheidsrisico´s: overstromingen, ordeverstoringen, treinongevallen, terrorisme. Hieronder worden per categorie de belangrijkste risicoś genoemd.

Natuur& Milieu:
- Overstromingen (omdat Gouda een laaggelegen gebied is en aan een grote rivier ligt)
- Extreme weersomstandigheden (droogte, extreme neerslag, windhozen)

Voorzieningen:
- Verstoring gasvoorziening
- Verstoring elektriciteitsvoorziening
- Verstoring drinkwatervoorziening

Gebouwde omgeving:
- Grote branden
- Instorting

Vervoer
- Spoorvervoerincidenten (vervoer gevaarlijke stoffen)
- Wegvervoerincidenten

Gezondheid:
- Pandemie

Publieke veiligheid:
- Extreem geweld
- Verstoring openbare orde

Openbare Orde en Veiligheid

15%

€ 3.000

Risico categorie

Toelichting

Risico-gebied

Kansper-centage

Maximaal (*€1.000)

Overige risico's

Aansprakelijkheid en nadeelcompensatie

Niet of onvoldoende nakomen van contractuele afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig handelen of onjuiste toepassing van regelgeving kan ertoe leiden dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade. Deze schade kan ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, evenementen etc.). Meestal door handelen/nalaten gemeente (onterecht weigeren/verlenen vergunning, werken in de openbare ruimte). Het gaat hierbij om grotere schades die niet worden gedekt door de verzekering (contractuele aansprakelijkheid) of boven de dekking uitgaan.

De gemeente kan ook aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van op zichzelf rechtmatig handelen, bv. door werkzaamheden in het openbaar gebied doordat winkels en of bedrijven moeilijk bereikbaar zijn (gederfde winst). De drempel om in aanmerking te komen voor nadeelcompensatie is relatief hoog zodat de kans van optreden laag wordt ingeschat en het risico niet wordt meegenomen in het berekenen van de weerstandscapaciteit.

Bestuur & Management

30%

€ 1.500

Bedrijfscontinuiteit

Bedrijfscontinuïteit is gericht op het waarborgen van de voortgang van bedrijfsprocessen naar aanleiding van een incident, ramp of calamiteit. Dit zijn traditionele rampen, zoals natuurrampen, brand en diefstal. Zo kan bijvoorbeeld langdurige stroomuitval de continuïteit van de dienstverlening in gevaar brengen. Daarnaast zijn er nieuwe bedreigingen voor de continuiteit van de bedrijfsvoering. Dit zijn criminaliteit, fysiek en cyber terrorisme, bestuurlijke crisis, sabotage, diefstal of verlies van informatie en lekken. Ongeacht de aard en oorzaak van de verstoring of crisis kunnen de gevolgen grote impact hebben en voor de organisatie desastreus van aard zijn.

Faciltair

30%

€ 1.500

Extra uitgaven voor opvang vluchtelingen

Vanuit vele landen komen vluchtelingen en asielzoekers naar Nederland. Deze vluchtelingen en asielzoekers worden ook in Gouda opgevangen. Met de opvang gaan veel kosten gepaard, welke tot op heden vergoed worden door het rijk. Risico is dat de vergoeding naar beneden wordt bijgesteld, waardoor de kosten niet meer gedekt kunnen worden. Naarmate de crisis langer aanhoudt kan dit leiden tot een grotere toestroom van vluchtelingen.


Openbare Orde en Veiligheid

40%

€ 1.000

Frauderisico

Fraude is het bevoordelen van jezelf of een ander middels opzettelijk wederrechtelijk handelen. Bepalend voor fraude zijn dus de elementen bevoordeling en opzettelijke strijdigheid met wet- en regelgeving. Iedere organisatie loopt het risico om slachtoffer te worden van fraude. Om tegen dit risico te wapenen worden beheersmaatregelen getroffen. In 2023 is een frauderisicoanalyse uitgevoerd met de conclusie dat frauderisico's in voldoende mate beheerst worden. Desondanks is het risico op fraude niet uit te sluiten. Het frauderisico bestaat uit drie elementen:
• incentive/druk: er is een druk ontstaan voor een individu of een organisatie om te gaan frauderen.
• gelegenheid: onvoldoende beheersmaatregelen in de organisatie kunnen zorgen dat het voor een persoon of een organisatie(onderdeel) mogelijk is om te frauderen;
• houding/rechtvaardiging: de frauderende persoon of organisatie moet het voor zichzelf kunnen rechtvaardigen dat het plaatsvindt

Het risico op fraude is niet verzekerd en is daarom opgenomen in de weerstandsparagraaf.

Risk & Compliance / Control

20%

€ 1.500

Invoering Omgevingswet

De Omgevingswet is per 1 januari 2024 in werking getreden. Vanuit het bestuursakkoord zijn geen middelen beschikbaar gesteld voor 2023. Het bedrag dat via de decembercirculaire 2023 ontvangen is (decentralisatie uitkering Invoeringskosten Omgevingswet en decentralisatie uitkering) is, conform afgesproken gedragslijn, toegevoegd aan de Reserve Omgevingswet. In 2024 en latere jaren zijn nog implementatiekosten te maken, daarnaast leert ervaring wat de extra kosten zijn voor het werken conform de Omgevingswet. In de eerste Bestuursrapportage 2024 zullen we dit inzichtelijk maken waarbij dekking uit de reserve voor implementatiekosten voor de hand ligt. Voor de structurele meerkosten volgt een voorstel.

Ruimtelijk Beleid

70%

€ 400

Verzakkingen woonwagenlocaties

Risico is dat de gemeente extra kosten moet maken om verzakkingen van de woonwagenlocaties tegen te gaan. Aantal van de woonwagenlocaties in eigendom van de gemeente hebben te maken met verzakkingen. Als verhuurder zijn wij verantwoordelijk voor een goede woonplek en dus ook een goed ondergrond. Om verzakkingen tegen te gaan worden betonplaten geplaatst. Kosten hiervan zijn circa €150.000 per plek.

De gemeente heeft vier woonwagenlocaties in bezit. Met name de locaties aan de Tiendweg en de Goudkade zijn het meest urgent. De onderhoudsmiddelen zijn mogelijk niet toereikend.

Beheer Openbare Ruimte

70%

€ 400

Stijgende Rente

Het risico is dat de rente, die wij eventueel straks in toekomst moeten gaan betalen hoger gaat worden, dan waar in de
(huidige) begroting 2024 - 2027 rekening mee gehouden is.

Treasury

50%

€ 500

Loonstijgingen

Op 1 januari treedt een nieuwe cao voor gemeenteambtenaren in werking. Door de hoge inflatie is er een kans op grote stijgingen in deze lonen. Dit wordt In 2023, 2024 en 2025 deels opgevangen door een hogere algemene uitkering van het Rijk, omdat deze in die jaren meeloopt met de uitgaven van het Rijk, die stijgen doordat de lonen ook bij het Rijk stijgen. Desondanks is er een risico dat de lonen bij gemeenten harder stijgen dan bij het Rijk en dat deze stijging van de algemene uitkering de extra kosten niet geheel opvangt.

Financiën

30%

€ 800

Vorderingen op personen/ bedrijven zijn niet te innen

Het toepassen van bestuursdwang (artikel 5.3.1 Awb) is een van de handhavingsinstrumenten die gemeenten hebben tegen overtredingen van de wet en illegale situaties. Het risico bestaat dat de dwangsom vervolgens niet geïnd kan worden. Dit geldt ook voor andere vorderingen die de gemeente heeft op personen of bedrijven.

Financiën

30%

€ 700

Oninbaarheid huren, leges en belastingen

Als gevolg van de inflatie en stijgende energieprijzen is het risico aanwezig van oninbaarheid van huren als partijen niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Ook kan de oninbaarheid van leges en belastingen dan toenemen.

Financiën

40%

€ 450

Geheugen van Gouda

Het Geheugen van Gouda is een groots opgezet programma waarbij een centraal organisatiegeheugen wordt opgezet met een focus op zaakgericht werken en centrale opslag van documenten.

Belangrijkste risico´s zijn:
De capaciteit/ bemensing van het programma. Digivaardigheid van de organisatie, risico dat niet alle medewerkers mee kunnen of willen. Samenhang/ afhankelijkheden met andere programma's (bijv. omgevingswet) of projecten in de organisatie. Verantwoordelijkheid/ eigenaarschap van het management, bij overdracht van de taken naar de lijn. Afhankelijkheid van leveranciers met vertragingen als gevolg.

ICT

50%

€ 250

Niet voldoen aan privacy Wetgeving (AVG)

Gemeenten verwerken voor de uitvoering van hun taken persoonsgegevens. Op grond van de Algemene Verordening Persoonsgegevens zijn gemeenten ertoe gehouden om zorgvuldige verwerking van deze gegevens aantoonbaar te waarborgen. De nieuwe wetgeving is stevig, onder andere door het stellen van hoge boetes. Daarnaast zijn de inhoudelijke eisen streng, zoals het aanstellen van een data protection officer, het uitvoeren van risico-analyses, zogenoemde privacy impact assessments (PIA’s) en het hebben van een actueel verwerkingenregister. Het risico blijft altijd aanwezig dat persoonsgegevens onzorgvuldig worden verwerkt, waaruit datalekken kunnen ontstaan. Dit kan leiden tot financiële schade, zoals opgelegde boetes door de Autoriteit Persoonsgegevens. Ook kunnen datalekken of incidenten betrokkenen ernstig schaden en kan imagoschade ontstaan voor de organisatie als een lek of incident bijvoorbeeld in de media veel aandacht krijgt.

AVG-Privacy

10%

€ 1.000

Saldo financieringsfunctie valt lager uit dan begroot

Betreft het taakveld treasury:
Volumerisico is het risico dat er een mismatch is tussen de werkelijke en de begrote financieringsbehoefte. Als het werkelijk investeringsniveau lager uitvalt dan ingeschat leidt dit tot een intern rentenadeel, doordat er minder doorbelast kan worden aan het betreffende project. Voor het onttrekken van geld, betaalt de gemeente een vergoeding (rente). De rente wordt vervolgens intern doorbelast aan het betreffende project of dienstonderdeel. Voor het doorbelasten wordt een omslagrente gehanteerd en gefixeerd in de begroting. Dit brengt financiële- en beheerstechnische risico's met zich mee. Omslagrente is als gevolg van hetgeen het BBV voorschrijft aangepast van 2,25% naar 2,72% in 2023 en ingaande 2024 naar 1,9%.

Treasury

90%

€ 100

Specifieke Uitkeringen (SiSa)

De gemeente ontvangt allerlei specifieke uitkeringen welke verantwoord dienen te worden via de systematiek van Single Information Single Audit (SISA). Indien de verantwoording niet of onvoldoende invulling krijgt, loopt de gemeente het risico dat de uitkering niet als een rechtmatige besteding wordt aangemerkt en terugbetaald moet worden. Naast het risico van terugbetaling, bestaat er een financieel risico als gevolg van extra werkzaamheden door de accountant en/of ambtelijke inzet.

Het aantal SiSa regelingen is in 2023 41 met een totale opbrengst van ruim €22 miljoen

Control

5%

€ 1.800

Open einde regeling WMO

De Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO) is een open-einde regelingen en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is (bijvoorbeeld door demografische ontwikkelingen). WMO doet de gemeente zelf. In verband met de nieuwe inkoop Jeugdzorg en Wmo per 2025 is er ook een risico op hogere kosten door een stijging van de tarieven.

WMO

30%

€ 250

Onderhoud sportaccomodaties

Onderhoud van de sportaccomodaties is opgenomen in het meerjarig onderhoudsplan. Het risico is dat het budget niet toereikend is. Terwijl het onderhoud wel uitgevoerd moet worden.

Vastgoed

60%

€ 100

Gladheidsbestrijding

Het risico op een extreme winter. Extra kosten voor de gemeente doordat er meer gladheidsbestrijding moet worden uitgevoerd.

Beheer Openbare Ruimte

40%

€ 150

Stormschade

Het risico van zeer zware stormen wat extra kosten voor de gemeente betekent. Zoals het ruimen van bomen en vorstschade.

Beheer Openbare Ruimte

70%

€ 75

Kosten versnelde transformatie jeugdhulp plus

In de jeugdhulpplus wordt al enkele jaren gewerkt aan de afbouw van gesloten plaatsingen. Deze ontwikkeling is echter versneld door zowel een landelijke maatschappelijke beweging als een motie in de Tweede Kamer voor de afbouw van Jeugdhulpplus. Hierdoor gaat de afbouw van deze locatiegebonden zorg sneller dan aanvankelijk was ingeschat. Dit heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering van de aanbieders. Midden-Holland is als kleine regio hierin een kleine speler: accounthouders voor deze partijen zijn Den Haag of Rotterdam.

Sociaal Domein

40%

€ 120

Borgstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en WSW-borgstellingen voor woningcorporaties

Dit risico betreft aan particulieren en aan woningcorporaties verstrekte geldleningen waarvoor waarborgfondsen optreden als borg; de gemeente fungeert als achtervang (als secundaire of tertiaire zekerheid). De gemeente zal pas op deze borgstellingen worden aangesproken als het garantievermogen van de waarborgfondsen onvoldoende is om de betalingsverplichtingen voor rente en aflossing van de gewaarborgde geldleningen over te nemen van de in gebreke blijvende instelling.

De kans dat de gemeente op deze achtervangpositie wordt aangesproken, wordt zeer klein geacht. Indien dat toch gebeurt, zal de aanspraak eerst op basis van 50/50 worden verdeeld tussen Rijk en gemeenten waarna het deel dat aan de gemeenten wordt toebedeeld op basis van een bepaalde verdeelsleutel wordt omgeslagen naar de deelnemende gemeenten. Het eventueel voor Gouda resterende deel zal nooit meer zijn dan globaal 5% van het garantiebedrag en bestaan uit het verstrekken van een renteloze lening aan het betreffende waarborgfonds. Het eventuele netto verlies voor de gemeente bestaat derhalve uit derving van rentevergoeding op de verstrekte renteloze geldlening.

Treasury

5%

€ 50